Elbert Cornelisz Vos
Elbert Cornelisz Vos,
geb. op 07-04-1667 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1698-54,
Gereformeerde Gemeente,
Lidm-5A: Belijdenis 03-01-1694,
ovl. te Huijsen; Koptienden Laatste: 1745-32,
, -
ELBERT CORNELISZ VOS
Huizen Koptienden (1698-54 1745-32):
1698-54: v. Coopal tot Naerden 1 Spt 1 cop 1/4
1721-20: erft v. Cornelis Cornelis Cornelisz 5 cop 3/4
- Situatie: 1 Spt 7 cop
1724-32: op de Hr. Jacobus van Hoorn 3 cop
- Situatie: 1 Spt 4 cop
1726-32: v. Afie Cornelis (Cornelis Cornelisz) 3 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop
1730-32: koopt v. Volkerrt IJsaakse 4 cop
- Situatie: 2 Spt 3 cop
1731-32: NU: 1 Spt 3 cop
1733-32: v. Volcker IJsaacksz Spilt 1 Spt 5 cop 5/8
- Situatie: 3 Spt 5/8
1745: Situatie: 3 Spt
- Jacobje en Gijsbertje Elberts Cornelis Vos 3 Spt
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 03-01-1694: aangenomen op Belijdenis: Elbert Corneliszen Vos en Neeltien Jans; Echteluijden
-
ONA-3715A051; 18-01-1696: Testament Cornelis Cornelisz en Lambertien Elberts echteluijden binnen huijsen; benoemen Aafje Cornelis, Beletien Cornelis, Willem Cornelisz en Elbert Cornelisz mitsgaders Gerretien, Neeltien en Aaltien Cornelis alle
kinderen van haar testateuren ieder voor 1/7 part; getuigen Jan Teeuwisz en Pieter Hendricksz Vos
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698; Ondereijnde van het Dorp; Elbert Corneliszen Vos en Neeltien Jans; Echteluijden
-
ONA-3718A035; 18-11-1700: Testament Hendrick Jacobsz out-buijrmr van Huijsen en Luijtien Martens echteluijden binnen Huijsen. Langslevende. Tevens te institueren zij hun kinderen Jacob Hendricksz, Gijsbert Hendricksz, Aaffjen Hendricks, Aart
Hendricksz . Getuigen Lambert Willemsz Kaijer en Elbert Cornelisz Vos
-
ONA-3719A043; 10-09-1703: Herzien Testament van Hendrick Jacobsz, oud-Buijrmr des dorps Huijsen en Luijtien Martens echteluijden beiden ziek te bed liggende. Institueren Jacob Hendricksz, Gijsbert Hendricksz, Aart Hendricksz mitsgaders het
kind van haar overleden dochter Aaffjen Hendricks geprocreeert bij Rut Lambertsz Doorn. In Huijsen ter presente van Lambert Willemsz Kaijer en Elbert Cornelisz Vos
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708: Buiten het Dorp; op Kraloo: Elbert Corneliszen Vos en Neeltien Jans; Echteluijden
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-21; Ja broeder, noch een Concidirabel en aenmerckelijke sake komt ons ter ooren, namentlijck hoe dat ontrent op den 21 octob: deses Jaars 1713 op eenen morgenstont de twee zoonen Jan en tijmon, van onsen
gewensten broeder in Cristo elbert Cornelisz Vos Jegenwoordigh wonagtigh op Craloo, welcke op die voornoemde tijt drie koebeesten van den gouvernant, brouwer tot Naarden, Even buijten deselve stadt uijt de weijde souden halen ende koemende
ontrent de keverdijck soo wierden dese twee Jongelingen seer Langh en kragtigh bestreken van een swevende vierige en scherpbijtende Lugt en waar in vierige voncken waren, waarom den eenen broeder tegen den andere seijde voelt gij die
scherpbijtende Lugt wel in uwe oogen, Ja Ik, seijde den ander
Wel vraagde die Jongste broeder aen de outste, wat is dat sulcken scherpen en vierigen lugt, dat is wel ligt diergelijcke scherpe en vierige Lugt daar Lambert rijcksz tegens mijn vader van gesproken heeft
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-154; Ja tot Emenes bij de kleijne kerck sterft het ook al wederom, ende ook tot Bussum, ende op den 30 novemb: 1718, doen sterft Elbert Cornelis Vos op Craloo woonenden al wederom een moije koe af, en de op
den 1 decemb: 1718 doen krijgt klaas Hendricksz alhier woonende, drie siecke koijen, ende eenige dagen te voeren, doen sterft hem een pinckje aen de plage
-
ORA-184-3198A333; 11-06-1723: Compareerden voor Hendrik van Weerlanden schout mitsgaders Cornelis dirksz en Rutt Perk schepenen in Huijsen Jan Jansz Jonge als in huijwelijk hebbende Gerritje Cornelis, mitsgaders Eefje Cornelis, Biltje Cornelis,
Willem Cornelisz, Elbert Cornelisz, Neeltje Cornelis, Rutt Jansz Timmer als in huijwelijk hebbende Aaltje Cornelis, en verclaarde sij comparanten vercogt en mitsdesen ten vollen eijgendom te lederen en te transporteren aan de Hr. Jacobus van
Hoorn Predikant onder de protestante Mennisten tot Amsterdam seker huijs en erve staande en gelegen binnen dorpe belent Claas Pietersz Goijer ten Noorden en de Wed. Pieter Hendriksz Vos ten suijden; voor 459:-
-
ORA-184-3218A039; 01-04-1726: Lambert Willemsz Keijer (63) oud schepen alhier, Elbert Cornelisz Vos (60) mede alhier woonagtig, verklaarden ter requisitie van Lambert du Pré getrouwt met Aaltje Gijsbertsz Cos, wonende tot Sardam, mitsgaders
tern versoeke van Jan Adriaansz Jes als mede van Adriaan Lambertsz Jes wonende binnen dese dorpe Huijzen, dat sij seer wel hebben gekent en famillaire ommegang hebben gehad met Gijsbert Evertsz Cos en Rutje Lamberts (Swart) egtelieden, welke
egtelieden sij comparanten ook wel seer weten dat bij den anderen hebben geteelt en nagelaten is, een soon en een dogter genaamt Evert Gijsbertsz Cos en Aaltje Gijsbertsz Cos, sijnde de voorn: Evert Gijsbertsz Cos so sij bij gerugt hebben
gehoort in de Jaare 1707 voor de Camer van Enckhuijzen gevaren naar Ootsindie en aldaar nu enige tijd geleden overleden, en de voorn: Aaltje Gijsberts Cos, getrouwt en woonagtig te sijn tot Sardam, en wijders comparanten seer wel weten dat uijt
het voorsz huijwelijk geen andere kintkinderen sig bevinden, en mitsdien dat de voorn: Aeltje Gijsberts Cos de enigste suster is van de voorn. Evert Gijsbertsz Cos.
Dat comparanten ook wel weten dat de voorn: Rutje Lamberts (Swart) alvorens het voorgemelde huijwelijk met Gijsbert Evertsz Cos, getrouwt is geweest met Adriaen Gerritsz Jes uijt welk huijwelijk geteelt en nagelaten sijn twee kinderen, met name
Jan Adriaansz Jes mede requirant in dese, en Lambert Adriaansz Jes welke alhier overleden zijnde nagelaten heeft een enige soon genaamt genaamt Adriaan Lambertsz Jes, welke is de laasten requirant en sulks dat de voorn: Jan Adriaansz Jes,
mitsgaders de voorn: Adriaan Lambertsz Jes de enige halve broeder en halve broederssoon is van de voorn: Evert Gijsbertsz Cos. Verder geen andere broeders of susters soo hele als halve of descendenten van dien (zie ook A060 en A062)
-
ORA-184-3219; 31-04-1741: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout mitsgaders Gijsbert Dominicus en Jan Aartsz Vos schepenen tot Huijsen, Wijgert Jansz Doorn (75 Jaar) en Elbert Cornelis Vos (74 Jaar) beijde oud schepenen deses Dorps ter
requisitie van Willemijntje Pieters Boor woonagtig te Nieuwkerk verklaaren waar en waaragtig te weesen dat sij comparante gekent hebbe Pieter (Willemsz) Boor vader van de requirante welke Pieter (Willemsz) Boor veele jaren geleden van hier
metter woon is getrokken naar Nieuwkerk in Gelderland om aldaar sijn ambagt dat in glasemae en schilderen bestond te oeffenen alwaer sij Getuijge ook verstaan hebben dat hij is komen te trouwen, sijnde sij comparanten niet anders van hen bewust
geweest als alle eer en deugd. Dat sij deposant gelijk sij verklaren ook alheir wel gekend hebben de vader van de voorn: Pieter (Willemsz) Boor en, mitsdien de Grootvader van de requirante, genaamt geweest Willem Boor, welke sij wel weeten dat
tot verscheijde malen een Lid is geweest van de regeering deses Dorp hebbende bekleet op diverse tijde de bediening van Burgemeester, schepen en raad van dit dorp enz.- Vader:
Cornelis Cornelis Cornelisz ,
geb. in 1637 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1658-74,
ged. doopsgezind op 22-01-1706 te Huijsen; was Mennist,
Onder Eijnde van Huijsen,
MENNIST; zie DTB-18-Lidmaten 1675-95; 1684-69,
ovl. op 30-01-1719 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1721-20,
begr. op 30-01-1719 te Huijsen; DTB-12: Impost f 6; Mennist; 82 jaar,
, -
CORNELIS CORNELIS CORNELISZ
Huizen Koptienden (1658-74 1721-20):
1658-74: v. Claes de Swart 1 Spt 1 cop
1659-74: v. Lubbert Henricksz 6 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop
1662-57: v. Elbert Vreecken Vos 3 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 2 cop 1/2
- v. Elbert Coster 6 cop
- Situatie: 3 Spt 1/2
1690-45: v. Melisje Elberts 6 cop 3/4
- Situatie: 3 Spt 7 cop 1/4
1721-20: te verdelen op desselfs erfgenamen:
- op Jan Jansz Jonge 5 kop 1/4
- op Elbert Cornelisz Vos 5 kop 3/4
- op Rut Jansz Timmer 7 kop
- op Volcken IJsaacksz Weduwe 3 kop
- op Willem Cornelis Cornelisz 5 kop 1/4
- op Aafje Cornelis 5 kop
-
ORA-184-3187A161; 08-11-1658: Jacob Elbertsz voor hem self mitsgaders sich sterck maeckende voor Lambert Timensz Swart als getrout hebbende Melisien Alberts, Alle Erfgenamen van Elbert Freecksz haeren vader en Gerrit Elbertsz haer overleden
broeder, en verclaerde hij comparant in gevolge van coop voor f 437 te transporteren aen Cornelis Cornelisz 3/4 part van seecker huijs en erve bij de voorn. Elbert Freecksz nagelaten en waervan het resterende 1/4 part de voorn Cornelis
Cornelisz als getrout hebbende Lambertien Elberts mede dochter en Erfgename van Elbert Freecksz voorn. selfs was toebehorende, het huijs staende naest het huijs van Gerrit Jansz ten suijden @ Steffen Jacobsz ten Noorden
-
Huizen; DTB-1A, Dopen: 29-03-1676: Aeltien, Vader Cornelis Cornelisz mennist sijnde, moeder lidmaat van dese Kercke; getuige Jacob Elbrightsz
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep-1680; Capit: 1/2; Koehouder; Zout: vat 1/2; m: 1, v: 1, kb: 5, ko: 2; Personen: 8
-
ONA-3692A16; 13-04-1683: Huwelijkse voorwaarden; Tijmen Jansz geassisteert met Aeltge Elis/Elijs zijn moeder ter ene en Belitje Cornelis geassisteert met haar vader Cornelis Cornelissen alle wonende te Huijsen
-
ONA-3715A51; 18-01-1696: Testament Cornelis Cornelisz en Lambertien Elberts echteluijden binnen huijsen; benoemen Aafje Cornelis, Beletien Cornelis, Willem Cornelisz en Elbert Cornelisz mitsgaders Gerretien, Neeltien en Aaltien Cornelis alle
kinderen van haar testateuren ieder voor 1/7 part; getuigen Jan Teeuwisz en Pieter Hendricksz Vos
-
Huizen; DTB-1-A, Dopen: 22-01-1706: Cornelis Cornelisz na gedane Belijdenis, overgekomen uijt het Mennistendom
-
ORA-184-3176; 23-04-1706: Tot voogden over de nagelaten weeskinderen van Willem Jansz Boor werden gestelt Cornelis Cornelisz en Pieter Jansz Boor
-
Amsterdams Archief-1120-942; 26-11-1716: Brief Mennisten Huijsen
-
Huizen-DTB-20: Begraven; 30-01-1719Cornelis Cornelisz, Mennist, een man in zijn 82ste jaar
-
Huizen-DTB-12-Impost op Begraven; 30-01-1719: Cornelis Cornelisz: f 6,-,
relatie.
- Moeder:
Lambertje Elberts Vos, dr. van Elbert Freecksz Vos,
geb. in 1637,
Gereformeerde Gemeente,
Onder Eijnde van Huijsen,
Huizen-DTB-18-Lidmaten 1675-95; 1684-69,
ovl. op 13-12-1699 te Huijsen,
begr. op 03-01-1700 te Huijsen; Impost f 6,-,
, -
ORA-184-3187A161; 08-11-1658: Jacob Elbertsz voor hem self mitsgaders zich sterck maeckende voor Lambert Tijmensz Swart als getrou hebbende Melisien Alberts, alle erfgenamen van Elbert Freecksz haeren vader en Gerrit Elbertsz haer overleden
broeder verclaerde te transporteren 3/4 part huis aan Cornelis Cornelisz waarvan de ander 1/4 part d voornoemde Cornelis Cornelisz als getrout hebbende Lambertien Elberts enz
-
ONA-3715A51; 18-01-1696: Testament Cornelis Cornelisz en Lambertien Elberts echteluijden binnen huijsen; benoemen Aafje Cornelis, Beletien Cornelis, Willem Cornelisz en Elbert Cornelisz mitsgaders Gerretien, Neeltien en Aaltien Cornelis alle
kinderen van haar testateuren ieder voor 1/7 part; getuigen Jan Teeuwisz en Pieter Hendricksz Vos.
tr. op 13-05-1691 te Huijsen
met
Neeltien Jans Timmer, dr. van Jan Tijmensz Timmerman en Aeltge Jelis ,
geb. in 1667 te Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Lidm-5A: Belijdenis 03-01-1694,
ovl. op 03-11-1726 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 07-11-1726 te Huijsen; Impost: f 3,-,
, -
Huizen-DTB-20-Begraven; 03-11-1726: Neeltje Jans Timmer
-
Huizen-DTB-12-Impost op Begraven; 07-11-1726: Neeltje Jans: f 3,-.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Gerrittien | *1691 | Huijsen | †1764 | Huijzen | 73 | 1 | 4 |
2 | Jan | *1694 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
3 | Gijsbertien | *1698 | Huijsen | †1759 | Huijzen; ongetrouwd gestorven | 61 | 0 | 0 |
4 | Jacob | *1702 | Huijsen | | <= 1706 | | 0 | 0 |
5 | Tijmen | *1702 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
6 | Jacob | *1706 | Huijsen | †1754 | Huijzen; ongetrouwd gestorven | 48 | 0 | 0 |
7 | Lambert | *1709 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
>